Van stagiair tot projectleider: Cris’ verhaal bij Moeskops
Soms weet je niet precies wat je wil worden, of je denkt het te weten maar pakt het anders uit. Voor Cris speelde sport lang een hoofdrol. “Ik had best een goede basis om atleet te worden,” vertelt hij. Maar het liep anders. “Van huis uit waren we aannemers en dat paste daar totaal niet bij. Dus ik werd al vrij snel met beide benen op de grond gezet.”
Toch lag het bouwvak hem wel. Cris liep in 1997 stage bij Moeskops, in de uitvoering. “Ik liep mee met de uitvoerder op een project hier in de regio. Dat beviel goed, van beide kanten.” In 1999 kon hij beginnen. “Ze zeiden: als je klaar bent met school, laat maar weten. En dat werd dus mijn eerste baan.”
Wat volgde was een gestage opmars. “Ik begon als maatvoerder, werd assistent-uitvoerder, uitvoerder, hoofduitvoerder en uiteindelijk projectleider.” Cris groeide mee met het bedrijf en andersom.
Toch kwamen er onderweg ook momenten van twijfel. “Na drie ontslagrondes zat ik in 2015 op een werk ver van huis. Ik was nog net geen veertig en dacht: “Wil ik dit tot m’n zestigste blijven doen?” Via een regeling van het O&O-fonds kon hij een opleiding projectleiding volgen. “Dat was precies het zetje dat ik nodig had. In 2017 kwam hier een functie vrij en ik ben erin gesprongen.”
Wat hem zo aantrekt in het projectleiderschap? “Je bent eigenlijk een coach van een team. Je zorgt dat mensen hun werk kunnen doen, dat processen lopen en dat je opdrachtgever tevreden is. Natuurlijk wil je kwaliteit leveren en op planning blijven. Maar het allermooist is als je met z’n allen een werk hebt gemaakt waar iedereen trots op is.”
“Je moet eigenlijk voordenken vóór je nadenkt, want als je aan het nadenken bent, ben je eigenlijk al een stap te laat.”
Cris houdt van complexiteit. “Woningbouw is mooi, maar ik vind scholen uitdagender. Daar zit vaak iets onverwachts in: bijzondere materialen, een strakke planning, of technisch uitzoekwerk. Daar krijg ik energie van.”
Ondanks zijn rol als projectleider blijft hij graag in contact met de bouw. “Ik ben een buitenmens. Ik probeer op elk project minstens één keer per week te komen. Even vinger aan de pols houden, mensen helpen als het nodig is, of gewoon even samen sparren.”
Wat Moeskops voor hem bijzonder maakt? “We zijn een team. Dat staat niet voor niks op de bus. Korte lijnen, open sfeer en iedereen helpt elkaar. We slaan er misschien soms een beetje in door, zijn iets te vriendelijk, maar dat is nog altijd beter dan langs elkaar heen werken.”
Zijn advies aan nieuwe mensen? “Bij twijfel: gewoon proberen. Loop stage, proef de sfeer. En als het klikt, dan zit je goed. Want bij Moeskops leer je niet alleen gebouwen bouwen, je bouwt ook aan jezelf.”